LijstPormes: "Statushouders Coevorden"

Gepubliceerd op: vandaag, 09:25

Op 8 juli heeft de fractie van LijstPormes vragen gesteld over de statushouders in Coevorden.

"Wat zich momenteel afspeelt in de Drentse gemeente Coevorden is niet zomaar een incident, maar een teken aan de wand. Veertien minderjarige meisjes met een verblijfsvergunning – statushouders dus, officieel erkend als vluchteling – worden daar niet langer opgevangen. Niet omdat zij een gevaar vormen. Niet omdat er geen plek is. Maar omdat een deel van de buurt in opstand kwam. De gemeente zegt dat ze "de veiligheid niet kan waarborgen". Maar laten we eerlijk zijn: Coevorden buigt voor intimidatie. Voor het nativisme. Brandstichting, ingegooide ramen en leuzen als "wij zijn het zat" en "geen minderjarige statushouders hier": dit is geen bezorgde buurt, dit is georganiseerde afwijzing. De gemeente trekt de meisjes terug en legitimeert zo het geweld. Niet de dader wordt aangepakt, maar het slachtoffer verdwijnt. En dat is precies hoe nativisme werkt. In The Return of the Native beschrijven Jan Willem Duyvendak en Josip Kesic het nativisme als een opkomend sociaal-politiek mechanisme dat onderscheid maakt tussen "echte" en "onechte" Nederlanders. Het gaat niet om paspoorten, maar om afkomst, geloof, uiterlijk. Zelfs als je formeel burger bent – of kind, of kwetsbaar – word je als "vreemde" weggezet. Nativisme maskeert zich als zorg voor de veiligheid, als bezorgdheid om woningnood, maar de boodschap is telkens dezelfde: zij horen hier niet.
In de praktijk betekent dit dat burgers – van wie de een oprecht bang is en de ander ronduit racistisch – het voor het zeggen krijgen over wie wel en niet in hun straat mag wonen. En dat een gemeentebestuur zich daar vervolgens naar voegt. Zo ondergraaf je de rechtsstaat. Zo legitimeer je haat als beleidsfactor. Nativisme is geen onderbuikgevoel. Het is een ideologie. Een die zich voedt met nostalgisch nationalisme: de mythe van het "echte" Nederland, waarin iedereen op elkaar leek, dezelfde taal sprak, dezelfde feesten vierde en vooral: niet van elders kwam. Dezelfde ideologie die ooit tot uitbuiting leidde in de koloniën, leidt nu tot uitsluiting aan de voordeur van een Drentse wijk.
Het refrein klinkt vertrouwd: "wij willen weer baas in eigen buurt zijn". Maar in wiens naam wordt die baas gesproken? En tegen wie? Als we zeggen dat we geen plek hebben voor minderjarige meisjes die bescherming zoeken, zeggen we eigenlijk dat we geen plek meer hebben voor onze eigen menselijke waarden. We kunnen nog zo vaak het Wilhelmus zingen of "Wien Neêrlandsch bloed door d'adren vloeit" aanheffen – als dat lied in praktijk betekent dat alleen wie aan het ideaalbeeld voldoet welkom is, dan zingen we een volkslied van uitsluiting. Nederland, en ja, ook Drenthe, moet zich afvragen: wat zijn onze gedeelde waarden eigenlijk nog waard? Gaat veiligheid alleen over óns veilig voelen, of ook over het veilig zijn van kwetsbare anderen? Willen we een land zijn dat mensen opvangt – of alleen als niemand bezwaar maakt? Coevorden stond voor een keuze. De gemeente heeft gekozen om de meisjes te laten gaan. Maar eigenlijk heeft ze iets veel groters laten vallen: haar moreel kompas. Deze situatie roept vragen op over de rol van overheid, rechtshandhaving en de normalisering van nativistisch en gewelddadig gedrag in het maatschappelijke debat over migratie en opvang. Graag stellen wij de volgende vragen aan het College:

  • Kent het college de berichtgeving over de weigering van opvang voor veertien minderjarige statushouders in de gemeente Coevorden? Wat is het oordeel van het college over deze gang van zaken?
  • Is bij het college bekend waar de betreffende minderjarige meisjes nu worden opgevangen? Wordt hun veiligheid en welzijn gewaarborgd?
  • Hoe beoordeelt het college het feit dat het gemeentebestuur zich genoodzaakt voelde te buigen voor dreigementen, brandstichting en fysiek geweld? Is hier volgens het college sprake van een vorm van chantage door gewelddadige activisten of bewoners?
  • Deelt het college de zorg dat het weigeren van opvang onder druk van relschoppers een precedentwerking kan hebben voor andere gemeenten in Drenthe en elders? Zo nee, waarom niet?
  • Hoe ziet het college de rol van de provincie in het waarborgen van opvangcapaciteit en het voorkomen van discriminerende of uitsluitende praktijken op gemeentelijk niveau?
  • Is het college bereid om met de gemeente Coevorden en andere Drentse gemeenten in gesprek te gaan over het waarborgen van rechtsstatelijke normen, inclusief opvangplicht en bescherming van kwetsbare doelgroepen, ongeacht publieke weerstand?

Namens de fractie van LijstPormes,
Sam Pormes"